|
Nummer april 2014 |
|
|
|
|
Cursussen
en evenementen |
|
|
24
april 2014 - Innoveer met ICT:
Rekenkracht voor uw bedrijf in
Amsterdam →
|
Op 24 april 2014
verwelkomt SURFsara aan
het Science Park 140, 1098
XG Amsterdam tussen 15u30
en 17u15
bedrijfsvertegenwoordigers
om te ontdekken wat
rekenkracht kan doen voor
hun bedrijf. Wanneer een
bedrijf de mogelijkheden
van ICT slim en efficient
weet in te zetten, levert
dat al snel een
concurrentievoorsprong op.
ICT staat namelijk steeds
meer aan de basis van
innovaties van producten
en diensten. Voorbeelden
zijn tools voor medische
diagnoses, het analyseren
van Twitter trends, het
voorspellen van
effectiviteit van
medicijnen en
transactieanalyses voor de
retail. Juist voor het MKB
brengen die innovaties
grote mogelijkheden met
zich mee. In het kader van
het doorbraakproject 'De
Ambitieuze MKB-er
innoveert met ICT'
organiseert SURFsara in
samenwerking met de
Amsterdam Economic Board
deze bijeenkomst.
|
|
|
|
19
mei 2014 - 20ste IDGF tutorial en
workshop over Crowd Computing met
Desktop Grids tijdens EGI CF in
Helsinki ⇒
|
Op 19 mei 2014 vindt tussen
16u30 en 18u00 het 20ste
IDGF tutorial en workshop
over Crowd Computing met
Desktop Grids plaats tijdens
het EGI Community Forum in
Helsinki, Finland. Crowd
computing kan computer
resources aanbieden voor EGI
wetenschappers en
gemeenschappen. Zo heeft
EDGeS@Home ongeveer 25.000
aangesloten computers
beschikbaar. IDGF en EGI
hebben nauw samengewerkt in
een virtueel team om EGI
gebruikersgemeenschappen te
laten werken met de
honderdduizenden computer
cores van het SZTAKI Desktop
Grid, AlmereGrid en andere
netwerken. Ondersteuning,
documentatie en een
geintegreerde infrastructuur
zijn voorhanden. Tijdens de
workshop komen onder andere
de BioVEL en WeNMR projecten
toelichten hoe ze van de
infrastructuur gebruikmaken.
Er wordt ook getoond hoe men
een lokaal Desktop Grid kan
opzetten binnen een
universiteit of instituut.
In een derde luik wordt
uitgelegd hoe vrijwilligers
hun niet gebruikte
computertijd kunnen schenken
aan de wetenschap in het
zogenaamde Crowd computing.
Het gaat hierbij om een
wisselwerking tussen
enthousiaste burgers en
wetenschappers: de
samenleving levert
computertijd en de
wetenschap licht toe wat er
precies mee gebeurt, kortom
een win-win situatie.
|
|
|
|
19-23
mei 2014 - EGI Community Forum in
Helsinki, Finland ⇒
|
Het EGI Community Forum
vindt plaats van 19 tot en
met 23 mei 2014 in
Helsinki, Finland.
Gastheren zijn EGI.eu in
samenwerking met de
Universiteit van Helsinki
en het CSC - IT Center for
Science. Meer dan 400
onderzoekers, ingenieurs,
beleidsmakers en IT
experten komen samen om
het gebruik en de toekomst
te bespreken van de
Europese computer
infrastructuur. Aandacht
wordt besteed aan de
huidige en potentiele
gebruikersgemeenschappen
die op EGI vertrouwen. Ter
voorbereiding van het
Horizon 2020 Programma zal
EGI CF de bijdrage van EGI
belichten tot het
optimaliseren van de
wetenschap in de Europese
Research Area door het
gebruik van innovatieve
diensten voor
gegevensbeheer en
computing. Naast de
gebruikelijke
netwerksessies en
conferentie tracks zal er
ook een Hackathon
georganiseerd worden
waarin specialisten in
gedistribueerde computing
en wetenschappers samen
aan de slag gaan met
wetenschappelijke software
uitdagingen om
toepassingen te laten
draaien op de
EGI-infrastructuur.
|
|
|
|
19-22
mei 2014 - TERENA Networking
Conferentie in Dublin, Ierland ⇒
|
Van 19 tot en met 22 mei
2014 is HEAnet, het
Nationale Educatieve en
Onderzoeks Netwerk (NREN)
van Ierland gastheer voor de
TERENA Networking
Conferentie. TERENA brengt
beleidsmakers, beheerders,
netwerkexperten, en
specialisten in identiteit
en toegang tot netwerken
samen vanuit alle
vooraanstaande Europese
netwerk- en
onderzoeksorganisaties,
universiteiten, en
wereldwijde instituten,
alsook
bedrijfsvertegenwoordigers.
Vanuit Nederland komt Barend
Mons, Wetenschappelijk
Directeur bij het
Nederlandse Bioinformatics
Centre (NBIC), spreken over
Open en Big Science.
|
|
|
|
20
mei 2014 - Content Management
Strategie Congres 2014 in
Leusden ⇒
|
Op 20 mei staat de 13e
editie van het meest unieke
en langstlopende Content
Management Strategie Congres
gepland. De content manager
van 2014 moet van alle
markten thuis zijn: van
interne communicatie tot het
regisseren van de
klantrelatie en van
collaboratie tot het
opzetten en beheren van een
multichannel content
(marketing) strategie. U
wordt in 1 dag op de hoogte
gesteld van alle trends,
ontwikkelingen en
praktijkervaringen in dit
vakgebied. De diverse
sessies hebben uiteenlopende
onderwerpen als: Mobile,
Content Marketing, Social
Media, Responsive Design,
Omni-Channel publishing,
Content Migratie en
Engagement.
|
|
|
|
20-22
mei 2014 - PRACE Wetenschappelijke
en Industriele Conferenctie in
Barcelona, Spanje ⇒
|
Van 20 tot en met 22 mei
2014 organiseert PRACE zijn
eerste Wetenschappelijke en
Industriele Conferentie - de
eerste editie van de PRACE
dagen - onder het motto 'HPC
voor Vernieuwing - als
Wetenschap en Industrie
elkaar ontmoeten'. De
conferentie combineert de
vroeger afzonderlijk
georganiseerde PRACE
Wetenschappelijke
Conferenties met de PRACE
Industriele Seminars en
brengt experten samen vanuit
de academische wereld en de
industrie om hun voortgang
te presenteren in
HPC-ondersteunde wetenschap
en engineering. De PRACE
dagen worden gehouden in de
Vertex Building van de Noord
Campus aan de Polytechnische
Universiteit van Catalonie
(UPC), Pl. Eusebi Guell 6 -
08034 Barcelona. Het
programma bestaat uit
keynote presentaties,
parallelle sessies en een
poster sessie, alsmede een
meeting van het PRACE User
Forum. Ook de PRACE
Wetenschappelijke en
Industriele Awards worden
uitgereikt. Deelname kost 60
euro. Reis- en
verblijfkosten worden niet
terugbetaald.
|
|
|
|
6
juni 2014 - Bessensap - Wetenschap
ontmoet pers in Utrecht ⇒
|
NWO organiseert jaarlijks in
samenwerking met de
Vereniging voor
Wetenschapsjournalistiek en
-communicatie Nederland
(VWN) het evenement
Bessensap. Het evenement
brengt zo'n 400
journalisten, voorlichters
en onderzoekers bij elkaar
onder het motto "Wetenschap
ontmoet pers". Hoogleraar
nanofysica en
NWO-Spinozalaureaat Leo
Kouwenhoven opent op 6 juni
in Media Plaza te Utrecht
als keynote-spreker het
NWO-evenement Bessensap voor
pers en wetenschap.
Kouwenhoven werkt aan de
grenzen van de quantumwereld
en maakte in 2012 wereldfaam
toen zijn groep als eerste
het Majoranadeeltje vond.
Bij Bessensap vertelt hij
hoe de steeds meer zichtbare
quantumtechnologie de
supercomputer en een
superveilig internet
dichterbij brengt.
Kouwenhoven staat aan het
roer van Qutech, het
quantumlab van de TU Delft
waar aan de eerste
quantumcomputer ter wereld
wordt gewerkt. In 2007 won
hij de NWO-Spinozapremie die
hij onder andere heeft
ingezet om topwetenschap met
publiekslezingen dichter bij
het grote publiek te
brengen. Bij Bessensap
presenteren ruim twintig
onderzoekers de nieuwste
ontwikkelingen en
ontdekkingen uit hun
onderzoek aan de pers.
Daarnaast geven
wetenschappers een update
van de laatste stand van
zaken in hun vakgebied, is
er een debat over een
actueel wetenschappelijk
thema en over het
Nederlandse
wetenschapsbeleid en zijn er
praktische workshops voor
onderzoekers. In het
onderdeel "Kijkje in de
keuken" kunnen onderzoekers
hun verhalen pitchen aan een
panel van journalisten. NWO
sluit Bessensap af met de
bekendmaking van de
laureaten van de
NWO-Spinozapremies 2014. De
NWO-Spinozapremie is met 2,5
miljoen euro de hoogste
Nederlandse onderscheiding
in de wetenschap. NWO reikt
de NWO-Spinozapremies
jaarlijks uit aan drie of
vier in Nederland werkzame
onderzoekers die tot de
absolute wereldtop behoren.
|
|
|
|
|
|
|
Ledennieuws |
|
|
CTMM
en TI Pharma bundelen krachten →
|
De Nederlandse
technologie-instituten
Center for Translational
Molecular Medicine (CTMM) en
TI Pharma hebben hun
krachten gebundeld in een
merger die antwoord biedt
aan de groeiende onderlinge
afhankelijkheid van
medicijnen en medische
technologie. Het NLeSC is
betrokken bij het TraIT
project van CTMM, dat een
onderhoudbare IT
infrastructuur ontwikkelt
voor Nederland om de
inzameling, opslag, analyse,
archivering en beveiliging
van gegevens die binnen de
operationele
onderzoeksprojecten van CTMM
gegenereerd worden te
vereenvoudigen.
Indrukwekkende gezamenlijke
track records in medische
innovatie laten zien dat de
nieuwe gecombineerde
organisatie goed geplaatst
is om verbeterde
zorgresultaten en grotere
economische voordelen te
bereiken. Als grotere
speler, zal de organisatie
in staat zijn om efficienter
te werken, zowel op
nationaal als op Europees
niveau. In de voorbije jaren
besteedde CTMM aandacht aan
nieuwe technologische
ontwikkelingen in
moleculaire diagnostiek en
beeldvorming, en zocht
daarbij naar nieuwe wegen
tot voortijdige diagnose en
individuele behandelingen.
TI Pharma is bezig geweest
met een snellerre
ontwikkeling van nieuwe
medicijnen. Beide
organisaties haalden
aanvankelijk voordeel uit
drie subsidiebronnen: het
Nederlandse gasfonds (FES);
farmaceutische en
medisch-technische
bedrijven; en
kennisinstituten. Dit
betekent dat ze uitgebreide
ervaring hebben in het
uitvoeren, beheren en sturen
van publiek-private
programma's. Hun bijdrage
tot dergelijke programma's
is bewezen met vele
successen die niet bereikt
zouden kunnen worden als de
deelnemers afzonderlijk van
elkaar hadden gewerkt.
|
|
|
|
Stichting
IDGF toont Cloudcase in booth
tijdens ICRI 2014 ⇒
|
Tijdens de Tweede
Internationale Conferentie
voor Research
Infrastructuren - ICRI 2014,
in Athene, Griekenland kreeg
de Cloudcase in de booth van
de Stichting IDGF heel wat
aandacht. De Cloudcase is
een draagbare demo van het
XtreemFS Cloud file systeem.
De Cloudcase
is opgebouwd uit acht
Raspberry Pi computers die
de grootte hebben van een
creditcard. Een van de
Raspberry Pi computers
fungeert als netwerk server,
het is de router voor het
complete systeem. In de
Cloudcase zit een netwerk
switch die de Raspberries
tot 1 cluster van computers
verbindt, net zoals in
gelijk welke cloud. Enkele
kleine USB hubs voorzien de
Raspberry computers en het
netwerk van stroom.
Stichting IDGF deelde de
booth met het VISIONAIR
project dat over
geavanceerde visualisatie
gaat. De VISIONAIR partner
kon zijn films op scherm
vertonen via de IDGF
Cloudcase. Het was daar een
dynamische en vernieuwende
samenwerking op de ICRI
booth.
|
|
|
|
|
|
Interview
met Jean Gonnord, Vice President,
ETP4HPC Platform ⇒
|
Tijdens de recente Tweede
Internationale Conferentie
voor Research
Infrastructuren - ICRI 2014
- in Athene, Griekenland,
vertelde Jean Gonnord, Hoofd
Projecten, Commissariaat
voor Atoomenergie (CEA),
Frankrijk en Vice President
ETP4HPC, over exascale
supercomputing, de rol van
CEA en het Europese HPC
Technologie Platform. "Het
doel van dit programma was
om voor de eerste keer in
Europa Top10 supercomputers
te bouwen. ETP4HPC is een
Europees platform dat is
opgezet als een antwoord op
het nieuwe Europese beleid
inzake HPC. Dit beleid werd
uitgestippeld in februari
2012 door Commissaris Neelie
Kroes. Voor het eerst was er
een HPC-beleid op Europees
niveau en dit beleid is
gebaseerd op drie pijlers.
De eerste pijler is de
technologie. We moeten de
onafhankelijke toegang tonen
tot de technologie. De
tweede pijler is de
infrastructuur. We moeten
aan Europa gratis toegang
verstrekken tot de grote
computerfaciliteiten. De
derde pijler is de macht om
deze capaciteit te gebruiken
voor toepassingen die we
kunnen toepassen in de
industrie of in de
samenleving. De Commissie
heeft een publiek-private
samenwerking (PPS) in
Luxemburg met het Europese
platform, genaamd ETP4HPC,
ondertekend. De rol van dit
platform is om een
strategische agenda te
bepalen die de basis vormt
voor de Call binnen Horizon
2020. Uiteraard zal ook CEA
met zijn partners antwoorden
op deze Call. We hebben al
een heel programma klaar om
een machine, genaamd EXA1,
te bouwen in 2020 met de
industriele partner Bull.
CEA ondersteunt dit beleid
en zal antwoorden op deze
Call, met inbegrip van al
onze partners, ETP4HPC, de
integrators Bull en
Eurotech, en een heleboel
andere technologische
partners.
|
|
|
|
Hoger
onderwijs in Europa gaat
gezamenlijk mobiel inkopen →
|
SURF werkt met vier Europese
landen samen om zo gunstig
mogelijke tarieven bij
mobiele aanbieders te
bedingen voor studenten
binnen het hoger onderwijs.
Door het combineren van
inkoopkracht hopen de vijf
nationale onderzoeks- en
onderwijsnetwerken (NRENs)
een gunstige aanbieding te
kunnen doen aan ongeveer 3,2
miljoen studenten in Europa.
De vijf partijen hebben een
gezamenlijke inkoop opgezet
volgens de principes van een
Europese aanbesteding. De
vijf landen - Spanje,
Portugal, Zweden, Tsjechie
en Nederland - werken samen
onder de vlag van GEANT, de
pan-Europese samenwerking
tussen nationale
onderzoeksnetwerken. De
verschillende NREN's willen
voor hun doelgroep op deze
manier een flinke
kostenbesparing realiseren.
De vijf NRENs gaan niet zelf
mobiele data of telefonie
aanbieden, maar vragen
bestaande aanbieders een
aantrekkelijk aanbod te doen
voor deze specifieke
doelgroep. Wel willen zij
onderzoeken of de mobiele
netwerken gekoppeld kunnen
worden aan hun eigen
netwerken. Dit netwerk zal
dan als aanvulling dienen
van het wifi-netwerk
eduroam, dat in 52
verschillende landen door 20
miljoen gebruikers per dag
wordt gebruikt. |
|
|
|
OpenConext
gepresenteerd bij Europese
Commissie in Brussel ⇒
|
Op de Authenticatie en
Autorisatie Infrastructuur
(AAI) workshop op 2 april is
gesproken over de laatste
AAI-ontwikkelingen. TERENA
organiseerde de workshop met
en in opdracht van de
Europese Commissie. Niels
van Dijk van SURFnet was
door de EC gevraagd om daar
te spreken over het
ontwikkelen van
samenwerkingsinfrastructuren
op basis van OpenConext. De
AAI-workshop in Brussel op 2
april werd bezocht door
vertegenwoordigers van de
Europese Commissie, van
Europese onderzoeksnetwerken
en van diverse grote
pan-Europese
samenwerkingsorganisaties
zoals ELIXIR, ESA, FIM4R,
DARIAH en CLARIN. Tijdens de
workshop werd overeengekomen
dat de AAI-werkzaamheden op
het gebied van een
wetenschappelijke
(data-)infrastructuur
gepland worden in het kader
van het Horizon 2020 en
GEANT4-project. De workshop
bood de deelnemers een kans
om te beoordelen wat er
reeds beschikbaar is en
welke vervolgwerkzaamheden
gedefinieerd moeten worden
voor de komende 2 jaar. In
zijn presentatie over
OpenConext vertelde Niels
van Dijk hoe OpenConext een
aantal van de uitdagingen
voor
samenwerkingsorganisaties
oplost. Daarnaast liet hij
zien hoe OpenConext
toegepast wordt in Nederland
(SURFconext), het Verenigd
Koningrijk (JISC) en
Australie (AARnet). Verder
ging hij in op het services
dashboard voor alle diensten
die voor Nederlandse
instellingen aan het
SURFconext-platform
gekoppeld zijn. SURFnet was
uitgenodigd over OpenConext
te presenteren naar
aanleiding van eerder werk
rondom Virtual Campus Hub en
WeNMR.
|
|
|
|
Staatssecretaris
Dekker bezoekt FOM spin-offs op
Hannover Messe →
|
Op 10 april bezocht
bezocht staatssecretaris
Sander Dekker de
technologiebeurs Hannover
Messe. Hij ging langs bij
spin-offs van de
FOM-instituten Nikhef en
AMOLF, die zichzelf
presenteren in het Holland
High Tech House, en sprak
hen over de toenemende
wisselwerking tussen
fundamenteel onderzoek en
industrie. In het Holland
High Tech House staan drie
spin-offs van de
FOM-instituten Nikhef en
AMOLF: Amsterdam
Scientific Instruments
(ASI), Omics2Image en
InnoSeis. Deze bedrijven
gaven een korte pitch voor
de staatssecretaris.
Nikhef-programmaleider Jo
van den Brand en Hans
Roeland Poolman -
Nikhef-alumnus, nu
investeerder en ondernemer
- legden uit hoe
fundamenteel onderzoek op
korte termijn al een boost
kan geven aan innovatie en
start-ups voortbrengt.
Naaste drie FOM-instituten
AMOLF, DIFFER en Nikhef
presenteren ook
NWO-instituten ASTRON,
SRON, NIOZ zich op de
technologiebeurs Hannover
Messe 2014. Namens NWO
staan de instituten van 6
tot 11 april in het
Holland High Tech House in
hal 2 Research &
Technology. Dit jaar is
Nederland partnerland voor
de Hannover Messe en staan
Nederlandse hightech
kennis en producten
internationaal in de
spotlights. De Messe werd
geopend door
bondskanselier Angela
Merkel en premier Mark
Rutte.
|
|
|
|
Europese
Commissie lanceert enquete over
betrouwbare cloud voor Europa ⇒
|
"De oprichting van een
Trusted Cloud Europa" is een
beleidsvisie document van de
Europese Commissie dat is
opgemaakt na meer dan een
jaar van regelmatige
samenwerking van het
Europese Cloud Partnership
Bestuur dat toonaangevende
spelers uit de particuliere
en publieke organisaties in
Europa samenbrengt. Het doel
was om na te denken over een
kader dat kan helpen het
vertrouwen te verhogen in
het gebruik van Cloud
diensten, zodat de Cloud
markt een comfortabele
marktruimte wordt voor zowel
Cloud providers en Cloud
aankopers. De Europese
Commissie verzoekt
belanghebbenden om hun
ideeen, inputs, reflecties
over de visie van het
bestuur mee te delen. Komt
ze overeen met die van u?
Wat zijn de sterke punten?
Wat mist u? U kunt deelnemen
aan een enquete om uw mening
te uiten. De internetversie
van het onderzoek
biedt de mogelijkheid om
snel antwoord te geven op de
geselecteerde vragen. Als u
wat meer tijd hieraan wil
besteden, kunt u uw
uitgebreidere gedachten over
het visiedocument meedelen
via de on-line
discussie .
|
|
|
|
Interview
met Ross Wilkinson van de
Australische Nationale Data
Service en Raadslid van de
Research Data Alliance ⇒
|
Tijdens de recente Tweede
Internationale Conferentie
voor Research
Infrastructuren - ICRI 2014
- in Athene, Griekenland,
hadden wij een interview met
Ross Wilkinson van de
Australische Nationale Data
Service (ANDS) en Raadslid
van de Research Data
Alliance (RDA) over de
voorbije RDA Meeting in
Dublin en de komende Plenary
Meeting in Amsterdam in
september 2014. Ross
Wilkinson komt uit Australie
waar hij aan het hoofd staat
van de Australische
Nationale Data Service. Hij
speelt ook een rol bij de
Raad van de Research Data
Alliance. ANDS en RDA vormen
complementaire diensten: ze
zijn allebei bezig met het
ondersteunen van
onderzoeksgegevens. ANDS
tracht meer waarde te geven
aan gegevens voor
onderzoekers in Australie en
RDA probeert om gegevens te
laten delen over de grenzen
heen. Dit klinkt simpel maar
het is toch een uitdaging
omdat het over nationale
grenzen en over
wetenschappelijke
disciplines heengaat en er
gemakkelijk obstakels kunnen
worden opgeworpen. De
Research Data Alliance is
net opgericht om hiermee op
energieke wijze om te gaan.
Recent was er een meeting in
Dublin: met bijna 500
betrokken personen heerste
er een bijzonder positieve
energie. Er gaan zeker
enkele belangrijke
discussies om tussen
leidinggevende personen op
dit gebied maar veel
belangrijker is dat er een
hoop werk wordt verzet door
de werkgroepen. De Research
Data Alliance heeft een
missie om gegevens te laten
delen maar de kern van de
zaak is eigenlijk dat dit
gebeurt vanuit de basis.
Mensen die een probleem
hebben dat om een oplossing
vraagt, komen samen met
anderen, zoeken naar een
oplossing en passen die toe.
Dus het gaat niet over een
groot schema dat een nieuw
regime opdringt aan de
wereld van gegevens maar het
gaat erom mensen vanuit de
basis in staat te stellen
oplossingen te bedenken die
voor hen werken en die
oplossingen te
implementeren. Dit is wat
ook gebeurt binnen IETF:
streven naar een ruwe
consensus en code laten
draaien. De Research Data
Alliance is vooral
geinteresseerd in een ruwe
consensus maar dan vooral in
het laten delen van
gegevens. De RDA mensen
waren dan ook zeer tevreden
met de gang van zaken
tijdens de meeting in
Dublin. Ross Wilkinson kijkt
reeds uit naar het volgende
Research
Data Event in
Amsterdam in september 2014
en hoopt er zoveel mogelijk
deelnemers te ontmoeten.
|
|
|
|
Campus
Universiteit Twente snelste
internetverbinding van Nederland →
|
De Universiteit Twente (UT)
is IPv6-proof en heeft de
snelste internetverbinding
van Nederland in huis. De
nieuwe mogelijkheden en
nieuwe apparatuur nam de
universiteit op 15 april
feestelijk in gebruik met
het Campus Challenge Event.
"Hiermee is de cirkel rond",
vertelde Martin Bosker van
het ICT-Servicecentrum en
coordinator van de dag. "De
UT won eind 2012 een prijs
tijdens de Campus Challenge,
georganiseerd door SURFnet
en Stichting Internet
Domeinregistratie Nederland
(SIDN). We ontvingen een
half miljoen euro voor
innovatieve
netwerkoplossingen om de UT
toekomst-proof te maken op
internetgebied. De UT vulde,
volgens de voorwaarden, de
geldprijs aan met eenzelfde
bedrag. Nu, een jaar later,
zijn we zo ver." Wat
realiseerden de
prijswinnaars? Volgens
Bosker is de UT IPv6-proof,
wat verwijst naar het zesde
Internet Protocol voor het
toewijzen van IP-adressen.
Het is de opvolger van IPv4.
"Elk apparaat, aangesloten
op internet, krijgt een
zogeheten IP-adres, een
uniek nummer. Een IPv4-adres
bestaat uit 32 bits en raken
vol. Met de IPv6-adressen,
bestaande uit 128 bits,
kunnen we jaren vooruit. Het
netwerk is op de hele campus
beschikbaar."
|
|
|
|
Netwerkconnectiviteit
Amsterdam Science Park stijgt tot
grote hoogte ⇒
|
Equinix Inc., Vancis en
Nikhef gaan samenwerken.
Equinix legt vanuit haar
datacenter AM3 Amsterdam
Science Park directe
verbindingen - Premium
CrossConnects - naar de
carrierhotels Nikhef en
Vancis Zo kunnen klanten
zich rechtstreeks verbinden
met 250 carriers. Het
Amsterdam Science Park is de
derde meest netwerkrijke
locatie ter wereld. Door de
samenwerking met Vancis en
Nikhef verzilvert Equinix
deze extreem hoge
netwerkconnectiviteit en
versterkt Amsterdam Science
Park als de
internetconnectie hotspot
bij uitstek in Europa.
Netwerken,
internetknooppunten,
content- en
cloudleveranciers, en
allerlei andere potentiele
klanten en partners kunnen
zich vanaf het Amsterdam
Science Park rechtstreeks
verbinden met de Europese
digitale economie vanuit 1
datacenter. Dankzij de
meeste netwerken, de
belangrijkste
internetknooppunten en de
breedste keuze kunnen
organisaties efficient
verbinding leggen met de
partner die hun behoefte aan
netwerkcapaciteit het beste
vervult. Hogere performance,
lagere latency,
kostenverlaging en nieuwe
omzetmogelijkheden zijn op
die manier binnen
handbereik. Vancis (97),
Nikhef (130) en Equinix (23)
bieden gezamenlijk toegang
tot 250 carriers.
|
|
|
|
NMR
voor gepersonaliseerde geneeskunde
vereist veel rekenkracht ⇒
|
Tijdens de recente ICRI
Conferentie in Athene,
hadden we een interview met
Goran Karlsson, Directeur
van het Zweedse NMR Centrum
in Goteborg. Goran Karlsson
vertelde dat NMR
spectroscopie een
geavanceerde methode is die
kan toegepast worden in het
Life Science onderzoek. Men
kan ze gebruiken om de
structuur te bepalen van de
kleinste machines binnen de
cellen: de proteinen. Zij
vertellen ons en helpen ons
te begrijpen hoe de cellen
werken. Daarvoor heeft men
een NMR magneet nodig en aan
de hand van NMR experimenten
en een enorme hoeveelheid
rekenkracht kan men de
structuur van de proteinen
achterhalen. Dit is slechts
1 voorbeeld van hoe men NMR
spectroscopie kan aanwenden
binnen de Life Sciences. Een
ander voorbeeld is het nemen
van NMR-stalen van 10
verschillende personen. Op
het scherm in de BioNMR
booth tijdens ICRI 2014
zagen we hoe de stalen
verschillende kleuren hadden
en boven elkaar geplaatst
werden in een spectrum. Men
kan zien hoe er variatie in
de piekhoogte optreedt
binnen het spectrum in het
serum van de testpersonen.
Dit betekent dat de
samenstelling van het serum
en de concentratie van de
kleine metaboleten
verschillen van individu tot
individu. Nu is de vraag
welk soort informatie we
kunnen putten uit deze
variaties. Daarvoor kan men
opnieuw geavanceerde
computationele methodes
aanwenden om trachten te
begrijpen wat er gaande is.
In dit speciale geval werden
er bloedstalen genomen van
patienten met een diagnose
van lymfekanker. De stalen
werden genomen op de dag van
de diagnose alvorens de
behandeling werd gestart.
Daarna werd de voorziene
behandeling opgestart en de
patienten opgevolgd.
Sommigen werden genezen,
maar anderen hervielen,
zoals te zien was op het
scherm aan de kleur van de
stalen: groen in het eerste
geval, blauw in het tweede.
Dit betekent dat de NMR
techniek in combinatie met
voldoende rekenkracht kan
helpen om een tool te
ontwikkelen dat ons vertelt
welke patienten genezen
kunnen worden met de
kankerbehandeling en welke
niet. De laatste categorie
kan dan eventueel een meer
doorgedreven behandeling
krijgen. Dit is
vanzelfsprekend een weg naar
gepersonaliseerde
geneeskunde. NMR in
combinatie met een enorme
hoeveelheid aan rekenkracht
kan werkelijk helpen om een
betere toekomst te creeren
voor de patient. Als u wil
bijdragen tot dit soort
onderzoek, is het mogelijk
om deze clusters en
netwerken voor rekenkracht
te ondersteunen, zoals
bijvoorbeeld het
Internationale Desktop Grid
Federatie (IDGF) netwerk.
|
|
|
|
High
Performance Computing in de EU:
vooruitgang met betrekking tot de
Europese HPC strategie ⇒
|
De Europese Commissie zal
een studie, de zogenaamde
SMART 2014/0021, over de
voortgang van de uitvoering
van de Europese
HPC-strategie initieren. Het
doel van de studie is om de
voortgang van de uitvoering
van de Europese
HPC-strategie te volgen, om
de evolutie van het Europese
HPC-ecosysteem te
presenteren, bijvoorbeeld
investeringen, het bestuur,
de markt, het gebruik, enz.,
om gegevens te verzamelen en
het bewijs te leveren van de
impact en het rendement van
HPC-investeringen voor
innovatie en economische
vooruitgang in de EU, en
verdere acties en ideeen aan
te brengen ter aanvulling of
ondersteuning van de
uitvoering van de Europese
HPC-strategie. De tender
details zullen beschikbaar
zijn tot de deadline van 20
mei 2014. De
ontwerp-overeenkomst en de
uitnodiging zullen eveneens
beschikbaar zijn tot
20/05/2014. Voor een
gedetailleerde beschrijving,
kunt u de tender
details raadplegen.
|
|
|
|
CWI
voortrekker bij implementatie
DNSSEC op Science Park →
|
Het Centrum Wiskunde &
Informatica (CWI) heeft een
voortrekkersrol gespeeld bij
de implementatie van DNSSEC
op het Amsterdam Science
Park. Het project was een
gezamenlijk initiatief van
CWI, AMOLF en Nikhef. Deze
drie aan NWO gerelateerde
onderzoeksinstituten dienden
anderhalf jaar geleden een
voorstel in voor de Campus
Challenge, een competitie
georganiseerd door SURFnet
en SIDN. De implementatie
van DNSSEC was daar een
onderdeel van. Inmiddels is
het project afgerond en zijn
de drie instituten van zowel
ondertekening als validatie
voorzien. De techniek van
DNSSEC is op zichzelf niet
zo heel spannend. Het gaat
om het maatschappelijk
belang van een veiliger
internet. Bovendien was het
voor het CWI een goede
gelegenheid om de banden met
andere instituten aan te
halen, en kennis en
technologie uit te wisselen.
De implementatie van DNSSEC
- zowel ondertekening als
validatie - was bij het CWI
onderdeel van de Campus
Challenge. Deze competitie
werd anderhalf jaar geleden
door SURFnet en SIDN
gezamenlijk uitgeschreven om
onderwijs- en
onderzoeksinstellingen te
stimuleren hun
IT-infrastructuur te
verbeteren. Daarmee maakt
deze Challenge onderdeel uit
van het veelomvattender
GigaPort3-innovatieprogramma.
Specifiek voor de
implementatie van DNSSEC is
door SIDN, de beheerder van
het .nl top-level domein,
een ton bijgedragen aan het
beschikbare prijzengeld.
Inmiddels zijn alle
implementaties succesvol
afgerond.
|
|
|
|
Onderzoek
VU helpt overbelasting websites te
voorkomen →
|
Onderzoekers van de afdeling
Informatica, onder wie Thilo
Kielmann, ontwikkelden
ConPaaS, een systeem waarbij
het aantal servers dynamisch
wordt aangepast aan de
vraag. Overbelaste websites
ontstaan regelmatig als te
veel mensen tegelijk op
hetzelfde moment online
zijn. De website van de
Belastingdienst is de
laatste jaren de dagen voor
1 april - de deadline voor
de aangifte - vaak
onbereikbaar. De afdeling
Informatica van de VU draagt
in onderzoek bij aan de
mogelijkheid dat websites
grote pieken bezoekers
aankunnen. Informatici van
de VU ontwikkelden ConPaaS,
een systeem waarbij het
aantal servers dynamisch
wordt aangepast aan de
vraag. Dit mechanisme wordt
'scaling out' genoemd. Als
er meer vraag is, worden
meer servers toegevoegd en
als de piek voorbij is,
worden de machines weer uit
de website gehaald. Zo
worden alleen de servers die
echt nodig zijn gebruikt. In
de cloud ('public cloud',
bijvoorbeeld Amazon) betaalt
een website dus pas voor de
daadwerkelijk gebruikte
machines en dit levert een
aanzienlijke besparing op.
Als een bedrijf een eigen
datacenter gebruikt
('private cloud'), dan
besparen ze energie want
niet gebruikte servers
kunnen gewoon uitgeschakeld
worden.
|
|
|
|
Wilco
Hazeleger nieuwe directeur
Netherlands eScience Center →
|
Prof. dr. ir. Wilco
Hazeleger is benoemd als
directeur van het
Netherlands eScience Center
(NLeSC). Hazeleger is op dit
moment hoofd van de
afdelingen Mondiaal en
Regionaal Klimaat van het
KNMI en hoogleraar aan
Wageningen University. Op 1
juli 2014 begint hij in zijn
nieuwe rol als
eindverantwoordelijke voor
de activiteiten van NLeSC.
e-Science behelst het
effectief uitvoeren van
data- en rekenintensief
wetenschappelijk onderzoek
met behulp van geavanceerde
ICT. NLeSC fungeert als brug
tussen ICT en wetenschap:
door het vertalen van Big
Data-vraagstukken naar
nieuwe, op multidisciplinair
onderzoek gebaseerde
oplossingen, maakt NLeSC
wetenschappelijke doorbraken
en innovatie mogelijk.
Gelegen op het Amsterdam
Science Park, een bakermat
voor wetenschappelijk
onderzoek en de campus met
de grootste concentratie van
exacte wetenschappen in
Nederland, werkt NLeSC als
een netwerkinstituut. In
door NLeSC gefinancierde
projecten wordt nauw
samengewerkt met academische
partijen en het
bedrijfsleven. NLeSC is een
initiatief van SURF en NWO.
Wilco Hazeleger ziet een
mooie toekomst tegemoet voor
het eScience Center: "NLeSC
speelt een centrale rol op
het raakvlak van wetenschap
en digitale technologie. Het
is nu al succesvol en zal
zich verder ontplooien in
het ondersteunen en
ontwikkelen van
e-science-tools en
-concepten." |
|
|
|
Supercomputer
biedt rekenkracht aan
dierwetenschappers en bedrijven →
|
Op 4 april namen
dieronderzoekers van
Wageningen UR en
dierveredelingsbedrijven,
verenigd in het consortium
'Breed4Food', een
supercomputer in gebruik.
Deze computer stelt hen in
staat om enorme hoeveelheden
gegevens met grote
rekenkracht te bewerken. Het
apparaat, dat een initiele
investering heeft gevergd
van ruim 700.000 euro, wordt
de onderzoekers en bedrijven
ter beschikking gesteld op
basis van een gezamenlijke
investering door de
Breed4Food-bedrijven, het
Centre for Advanced
Technology in the Agro and
Food sector (CAT-AgroFood)
en Wageningen UR. De
officiele handeling bij de
ingebruikname werd verricht
door gedeputeerde Annemieke
Traag van de provincie
Gelderland. Wetenschappers
en onderzoekers moeten in
toenemende mate grote
hoeveelheden data verwerken.
Vooral door de recente
ontwikkelingen rond DNA
sequentie-technologieen is
het aantal gegevens dat
beschikbaar komt, explosief
gestegen. Het is daarom
cruciaal dat er voldoende
rekenkracht beschikbaar is
om complexe berekeningen op
deze, steeds groter
wordende, datastroom los te
laten. Het stelt
onderzoekers in staat om
alomvattende analyses te
maken van bijvoorbeeld
fokwaarden en te komen tot
de beste keuzes van dieren
voor kruising. |
|
|
|
Interview
met Robert-Jan Smits,
Directeur-Generaal van DG Research
en Innovatie, EC ⇒
|
Tijdens de recente Tweede
Internationale Conferentie
voor Research
Infrastructuren - ICRI 2014
- in Athene, Griekenland,
sprak Robert-Jan Smits,
Directeur-Generaal van DG
Research en Innovatie (RTD)
van de Europese Commissie,
over de ICRI Conferentie en
de ESFRI/e-IRG samenwerking.
"De ICRI Conferentie 2014
ging over samenwerking en
onderzoeksinfrastructuren
over de hele wereld die ons
moeten helpen om de grote
problemen in de samenleving
op te lossen waarmee we
momenteel geconfronteerd
zijn. We kunnen deze
maatschappelijke uitdagingen
enkel aanpakken als we
werken op wereldniveau en
met behulp van de juiste
infrastructuren. De
conferentie bracht meer dan
800 deelnemers samen, met
inbegrip van
subsidieverleners voor
onderzoeksinfrastructuren,
belanghebbende partijen, en
wetenschappers om te
bespreken hoe we roadmaps
kunnen ontwikkelen en veel
beter samenwerken op
wereldniveau. Een
sleutelelement hierin zijn
natuurlijk de
e-Infrastructuren. Zonder
deze kunnen we niets doen.
We kunnen de gegevens niet
opslaan, niet verzamelen
noch bewaren. Vanuit dit
standpunt ging er heel wat
aandacht in deze conferentie
naar de infrastructuren."
Robert-Jan Smits is heel
dankbaar in deze context
voor de uitstekende
samenwerking tussen DG
Research en DG Connects,
tussen ESFRI en e-IRG omdat
het de enige weg voorwaarts
is voor partnerschap en
samenwerking, en om
verschillende gemeenschappen
samen te brengen. "Het event
in Athene was fantastisch,
ten eerste voor de
organisatie, en ten tweede
voor de uiterst interessante
aanbevelingen voor het
toekomstige werk. We zijn
ook Zuid-Afrika dankbaar dat
aangeboden heeft om gastheer
te zijn voor ICRI 2016."
|
|
|
|
HPC-infrastructuur
ook voor MKB →
|
Amsterdam Economic Board
heeft op 10 april een
bijeenkomst voor bedrijven
georganiseerd met als thema
"Van bezit naar gebruik". De
bijeenkomst stond in het
teken van het zichtbaar en
beschikbaar maken van
infrastructuur voor Research
& Development in de
metropoolregio Amsterdam.
Moderator Janneke
Hoedemaekers van de Board
omschreef het doel van deze
bijeenkomst: "Het
inventariseren van behoeften
van zowel de vraagkant als
de aanbodkant van
infrastructuren en het
verkennen van deelconcepten
rondom die infrastructuren".
De bijeenkomst was onderdeel
van een bredere verkenning
waar projectleider Onno
Koers sinds oktober mee
bezig is: het beter
zichtbaar en beschikbaar
maken van (R&D-)
infrastructuur in de
metropoolregio Amsterdam
voor het bedrijfsleven.
Frank Heere, community
manager SURFsara, gaf
tijdens dit event een
presentatie over de
mogelijkheden voor bedrijven
om te innoveren met behulp
van de ICT-infrastructuur
bij SURFsara. Zo kan de
rekenkracht van de nationale
supercomputer Cartesius in
de ontwerpfase van producten
helpen bij het modelleren en
simuleren.
|
|
|
|
Nieuwe
animatie over open
lichtpadenexchange NetherLight ⇒
|
SURFnet heeft een nieuwe
animatie gepubliceerd met
uitleg over de open
lichtpadenexchange
NetherLight. De animatie
laat zien hoe u met
lichtpaden over een
prive-rijbaan op de snelweg
beschikt en welke voordelen
dat biedt. NetherLight wordt
vergeleken met andere
belangrijke knooppunten als
de Rotterdamse haven en
luchthaven Schiphol. Via
NetherLight zet u
betrouwbare connectiviteit
op door middel van
lichtpaden voor iedere
denkbare toepassing. Denk
bijvoorbeeld aan het
onderbrengen van uw
ICT-infrastructuur bij een
externe partij zonder
verlies van kwaliteit en
veiligheid. NetherLight kan
ook worden ingezet voor
hogesnelheidsverbindingen
naar het buitenland, handig
voor bijvoorbeeld
onderzoeksdoeleinden.
SURFnet en NetherLight
hebben ruime ervaring met
het delen van dure
onderzoeksinstrumenten of
het delen van 'Big Data' met
andere partijen. |
|
|
|
Vervolg
pilot personal-storagedienst SURF
bij Universiteit Leiden ⇒
|
Na 2 maanden testen is de
eerste fase succesvol
afgerond van de pilot met de
personal-storagedienst die
speciaal voor en samen met
het hoger onderwijs en
onderzoek is ontwikkeld. Als
vervolg op de pilot test de
Universiteit Leiden de
komende maand ingebruikname,
acceptatie en gebruik van
deze dienst van SURF.
ICT-medewerkers en
gebruikers van een aantal
universiteiten hebben samen
met SURFnet en SURFsara de
personal-storagedienst
getest en beoordeeld op
gebruikersvriendelijkheid,
privacy en security. Deze
fase is naar tevredenheid
van de betrokken
universiteiten afgerond. Om
ervaring op te doen met het
in gebruik nemen van de
dienst, is gekozen voor een
gecontroleerde uitrol. De
Universiteit Leiden is
zojuist als eerste
instelling gestart met een
select aantal gebruikers.
Andere instellingen volgen
later dit jaar. Instellingen
zullen gebruikers per groep
tot de dienst toelaten.
SURFnet en SURFsara
begeleiden het proces en
evalueren de ervaringen van
gebruikers. SURF is deze
dienst gestart in nauwe
samenwerking met de CvDUR
(ICT-directeuren van de
universiteiten). Met een
personal-storagedienst voor
het hoger onderwijs en
onderzoek in Nederland
kunnen gebruikers bestanden
opslaan en delen in een
veilige en betrouwbare
communitycloud van SURF.
|
|
|
|
Interview
met Sverker Holmgren, Voorzitter
van de e-Infrastructure Reflection
Group ⇒
|
Tijdens de recente Tweede
Internationale Conferentie
voor Research
Infrastructuren - ICRI 2014
- in Athene, Griekenland,
wijdde Sverker Holmgren,
Voorzitter van de
e-Infrastructure Reflection
Group (e-IRG), in het kort
uit over e-IRG, de
e-Infrastructure Commons en
de ESFRI/e-IRG samenwerking.
e-IRG heeft als missie de
weg te bereiden voor de
Europese e-Infrastructuren
die open en vernieuwend zijn
en die resources kunnen
aanbieden aan de
onderzoekers die erom
vragen. e-IRG werkt ook nauw
samen met ESFRI om een
antwoord te bieden voor hun
behoeften voor de
e-Infrastructuur, alsook met
andere onderzoekers en
onderzoeksinfrastructuren
die behoefte hebben aan deze
resources. e-IRG heeft een
aantal documenten
uitgebracht, zoals
bijvoorbeeld de recente
White Paper met concrete
aanbevelingen over het
installeren van de Europese
e-Infrastructure Commons.
Sverker Holmgren gaf een
kort overzicht van de vier
succesvolle conferentiedagen
in Athene. Hij zat de e-IRG
delegates meeting voor en
was aanwezig bij de
gezamenlijke meeting tussen
e-IRG en ESFRI, en ook bij
de ICRI conferentie. Tijdens
de e-IRG meeting, bespraken
de delegates de
e-Infrastructure Commons en
ook de verschillende
aspecten ervan. De delegates
trachtten vooruitgang te
boeken om de installatie te
vergemakkelijken van de
e-Infrastructure Commons.
Zij stelden een werkgroep
aan voor essentieel twee
taken. De ene taak bestaat
erin de installatie te
faciliteren door een groep
van leden uit verschillende
gebieden vertegenwoordigd te
hebben in de
e-Infrastructuur en te
kijken hoe dit kan
gecoordineerd worden. De
tweede taak voor deze groep
is input te voorzien voor
het Horizon2020
Werkprogramma voor de
Commissie. De delegates
bespraken ook de voortgang
in de productie van nieuwe
White Papers en Roadmaps.
Het is nu belangrijk om
daadwerkelijk actie te
ondernemen om een nieuwe
White Paper te genereren
waarin volledige
aanbevelingen staan over
kwesties die te maken hebben
met de behoeften van ESFRI
en andere grote
infrastructuren. Tot zover
de belangrijkste besluiten
van de e-IRG delegates
meeting. De gezamenlijke
ESFRI/e-IRG meeting was een
succes. Er waren zeer
positieve discussies. Van de
e-IRG zijde werd een
werkgroep voorgesteld die
bestaat uit verschillende
e-IRG leden van de
strategische ESFRI werkgroep
en andere werkgroepen binnen
ESFRI. In totaal zijn er nu
7 verschillende e-IRG
delegates aangesteld voor de
werkgroepen in ESFRI. Deze
mensen werden in een
overkoepelende e-IRG/ESFRI
werkgroep geplaatst en deze
groep zal nu aan de slag
gaan met kwesties die
verband houden met de
e-Infrastructuur. De groep
zal haar bevindingen
meedelen aan de e-IRG en
wellicht ook aan ESFRI in de
toekomst, wanneer ESFRI dat
verlangt, bijvoorbeeld in de
evaluatieprocedures van de
e-Infrastructuur, hoe de
e-Infrastructuur zal worden
besproken in ESFRI. En
natuurlijk was er ook de
succesvolle ICRI
conferentie. De volgende
belangrijke afspraken voor
e-IRG zijn de open workshop,
opnieuw in Athene in juni,
en aansluitend hierbij de
delegates meeting. Daar zal
de e-IRG verder gaan met de
actieve discussie over de
e-Infrastructure Commons en
met het werk dat bijdraagt
aan de behoeften van de
ESFRI projecten.
|
|
|
|
Erik
Huizer benoemd tot 'Global
Connector' in Internet Hall of
Fame →
|
Erik Huizer, CTO van SURFnet
en hoogleraar
internettoepassingen aan de
Universiteit Utrecht, is
opgenomen als 'Global
Connector' in de
prestigieuze Internet Hall
of Fame. Volgens de jury van
het jaarlijks terugkerende
evenement van de Internet
Society, verdient Erik
Huizer deze plek vanwege
'zijn bijdrage aan groei,
connectiviteit en gebruik
van het internet, zowel
wereldwijd als in
Nederland'. De Global
Connectors Circle van de
Internet Hall of Fame
bestaat momenteel uit een
select gezelschap van enkele
tientallen mensen waaronder
Al Gore. Het doel van de
Internet Hall of Fame-awards
is het publiekelijk eren van
visionairs en leiders die
belangrijke bijdragen hebben
geleverd aan de ontwikkeling
en verbetering van het
wereldwijde internet. Erik
Huizer komt hiermee in het
gezelschap van
internetgrootheden als Vint
Cerf en Jon Postel -
grondleggers van het moderne
internet, Linus Torvalds -
de uitvinder van Linux, en
Tim Berners-Lee - uitvinder
van het WWW. Erik Huizer
bekleedde diverse leidende
internationale functies in
de ontwikkeling van
internet. Hij was als Area
Director van de Internet
Engineering Task Force, het
standaardisatieorgaan van
het Internet,
verantwoordelijk voor de
ontwikkeling en
standaardisatie van
applicaties op internet
zoals het WWW. Tevens was
hij lid van de Internet
Architecture Board, dat
algemene richtlijnen voor de
internetarchitectuur opstelt
en voorzitter van de
Internet Research Task Force
die zich richt op langere
termijn onderzoeksvragen
over het internet. Hij is op
dit moment lid van het
bestuur van de Public
Interest Registry (.org) en
lid van het Internet
Governance Strategy panel
van ICANN. |
|
|
|
Nominaties
welkom voor de Nederlandse
Dataprijs ⇒
|
Ook in 2014 wordt de
Nederlandse Dataprijs
uitgereikt. Een prijs voor
een onderzoeker of
onderzoeksgroep die extra
bijdraagt aan de wetenschap
door onderzoeksdata
beschikbaar te maken voor
aanvullend of nieuw
onderzoek. Bent of kent u
zo'n onderzoeker met een
goed voorbeeld van gedeelde
data? U kunt tot 1 juli
uzelf of een ander via researchdata.nl
nomineren. De organisatie
van de Nederlandse Dataprijs
is in handen van Research
Data Netherlands (RDNL), een
samenwerkingsverband tussen
3TU.Datacentrum en Data
Archiving and Networked
Services. Op 1 september
wordt bekend gemaakt wie de
zes genomineerden voor de
prijzen zijn. De
prijsuitreiking vindt plaats
op 24 september 2014,
aansluitend aan de
internationale Plenary
Meeting van de Research Data
Alliance.
|
|
|
|
Nieuwe
methode vult Wikipedia aan met
onderwerpen Twitter →
|
Hoe onderhoud je Wikipedia?
Wat voeg je toe? En wanneer?
Onderzoekers van de
Universiteit van Amsterdam
ontwikkelden een methode die
suggesties voor nieuwe
Wikipedia-pagina's aanreikt.
Dit gebeurt op basis van
populariteit op sociale
media. Zij presenteerden de
nieuwe methode tijdens de
European Conference on
Information Retrieval. David
Graus, promovendus bij het
Intelligent Systems Lab
Amsterdam (ISLA) van de UvA,
ontwikkelde met collega's
een methode om automatisch
nieuwe, opkomende of
onbekende concepten te
herkennen, nog voordat ze
zijn opgenomen in Wikipedia.
Het algoritme werkt door
sociale media (Twitter) te
analyseren, en leert
onbekende concepten te
herkennen door te kijken
naar hoe mensen over
concepten praten die al wel
bekend zijn. De onderzoekers
gebruikten hiervoor
'semantisch linken', waarbij
betekenis wordt gekoppeld
aan woorden. Dit helpt bij
het interpreteren van grote
hoeveelheden content.
Semantisch linken draait om
het koppelen (linken) van
woorden aan concepten die
beschreven zijn in
kennisbanken zoals Wikipedia
of Freebase. Zo wordt slim
gebruik gemaakt van de grote
omvang van online
kennisbanken, die samen
miljoenen concepten
beschrijven. Maar hoe link
je concepten die (nog) niet
op Wikipedia of Freebase
staan beschreven? Die vraag
is van belang in
verschillende domeinen,
waaronder de digital
forensics, waarbij
rechercheurs 'onbekende'
personen in e-mail willen
herkennen en linken, om zo
bijvoorbeeld een profiel te
genereren van
sleutelpersonen binnen een
netwerk. Ook in de context
van nieuws speelt het
identificeren van nog niet
bekende concepten een
belangrijke rol.
|
|
|
|
|
|
|
Jobcorner |
|
|
PRACE
Zomer van HPC vacatures bij
Europese HPC centra van 1 juli tot
30 augustus 2014 ⇒
|
PRACE lanceert het PRACE
Zomer van HPC Programma,
een zomer
plaatsingsprogramma voor
studenten en postgraduaat
kandidaten in 2014. Zomer
van HPC is een PRACE
programma dat
zomervacatures aanbiedt
bij HPC centra in Europa
aan bijna afgestudeerde
studenten en pas gestarte
postgraduaat kandidaten.
Tot tien topkandidaten uit
heel Europa zullen
geselecteerd worden om
deel te nemen. Deelnemers
zullen twee maanden werken
aan projecten met
betrekking tot PRACE
technisch of industrieel
werk en bij voorkeur een
visualisatie of video
maken van hun resultaten.
Het programma loopt van 1
juli tot 30 augustus 2014.
Vluchten, logies en een
wedde worden voorzien voor
iedere succesvolle
kandidaat. Alle kandidaten
moeten van interesse in
computing en enthousiasme
getuigen. Alle disciplines
zijn welkom. Voorafgaande
ervaring in HPC is niet
vereist maar basiskennis
in code is wel een
vereiste. Het meest
belangrijke kenmerk is
echter de wens om bij te
leren en kennis te delen
in verband met HPC.
|
|
|
|
|
|